Basisuniversiteit

  • Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte

Start HoogspanningsProject Julianaschool

Start hoogspanningsproject Julianaschool.

 

 Op woensdag 28 oktober 2009 startte het project hoogspanning op de Julianaschool te Bilthoven. Expert Peter Blankers van Imtech Hoogspanning en Energie uit Ridderkerk komt langs om met onze studenten te praten over elektriciteit.

Eerst wordt er gekeken naar statische elektriciteit : Een object kan positief of negatief geladen zijn, dat wil zeggen meer of minder negatief geladen elektronen hebben. Een simpel proefje met een ballon die een blikje kan afstoten/aantrekken laat dat mooi zien.
De ballon wordt negatief geladen door hem flink over je haar te wrijven. De negatieve elektronen gaan op de ballon zitten, het haar blijft positief achter en gaat mooi rechtop staan op zoek naar de elektronen in de lucht.

 

Elektriciteit gaat dus van plus naar min, maar de elektronen van min naar plus..... raar gedoe die elektrotechniek!

 

 

De van het FOM geleende Marx generator, opgebouwd uit een aantal condensatoren, kan hele hoge spanningen opbouwen, van wel driehonderd duizend volt die wel 30 centimeter door de lucht kunnen springen, een soort mini bliksem! Iedereen moet op gepaste afstand blijven! En dat in een school!

Gelukkig weet ingenieur Blankers wat hij doet en gebeuren er geen ongelukken.

   

Naast statische elektriciteit kennen we de bewegende elektriciteit. De stroom zoals die stroomt in een circuit, bijvoorbeeld tussen batterij en lampje.

De basis grootheden zijn : Spanning (V of U), gemeten in volts, Stroom (A of I), gemeten in Ampere en Weerstand (R of Ω, griekse letter omega), gemeten in ohm. De studenten meten de volts in een batterij, meestal 9 volt, maar eentje geeft maar 8,5 volt, die heeft Peter de avond daarvoor gebruikt. Voltmeting gaat aan de polen, dus om het circuit heen, amperemeting (de stroomsterkte), gaat in het circuit zelf. Als laatste meten ze een weerstand, dat gaat dus over ohms.

 
Voor hoogspanningskabels, zijn geen echte meetinstrumenten, de duizenden volts zouden de apparaten niet aankunnen en zijn bovendien veel te gevaarlijk. In plaats daarvan gebruiken ze een stok met een lampje die voorzichtig tegen een kabel wordt gehouden, brandt dat lampje dan staat er nog, gevaarlijke, spanning op de kabel. Jan Prins van de Julianaschool assisteert Peter Blankers door een hele hoge spanning te generen met een  piezo-apparaat, zodat de stok kan worden gedemonstreerd.

 

 

De drie grootheden vermogen, spanning en weerstand samen zijn onderdeel van de wet van Ohm : U = I * R en de formule van vermogen : P (watts) = U * I. Onze expert staat er versteld van, dat de studenten gelijk kunnen uitrekenen hoeveel volts er nodig zijn om het lampje te laten doorbranden.

De volgende keer wordt er gewerkt met transformators en gaan onze studenten kijken naar het nederlandse elektriciteitsnet.

 

 

 

 

 

 

 

 

Geef je mening :

Wat vind je van de Basisuniversiteit?